Cycle Club Dinteloord
Mont Ventoux I,
Eindelijk was het zo ver, VAKANTIE! We vertrekken donderdag 3 september om 10 uur later in Avignon te zijn. De planning is dat ik de volgende dag de Mont Ventoux ga beklimmen met de gedachten of hij iets gemakkelijker zou zijn dan de afgelopen 7 keer. Volgens Sieg ging ik deze keer redelijk goed naar boven. Tot ziens Mont Ventoux, tot over 2 weken!
Heerlijk naar Frejus in Zuid Frankrijk, lekker van het weer en het leven genieten, maar toch ook elke dag een stukje klimmen om goed voorbereid te zijn voor de Mont Ventoux. De 2e week in Frejus kregen we gezelschap van Patrick, Britt, Lisan, Leon en Chantal. Toen ik met Leon en Patrick naar Bagnols en Foret naar boven klom merkte ik al gauw dat ik geen echte klimgeit ben. Ze reden mij de eerste beste dag er gelijk van af. Maakt niet uit, nog een week trainen en inderdaad het ging steeds beter. De twee weken zijn voorbij gevlogen en het was heel gezellig.
Vrijdag de 18e september vertrokken we met noodweer naar de Mormoiron. Een dorpje tussen de druiven en olijven en de ‘kale berg’. Daar aangekomen met een stuk beter weer, dacht ik bij mezelf: ik ben nog nooit zo goed voorbereid de Mont Ventoux opgegaan als deze keer.(Daarom spreek ik echt heel veel respect uit voor de mannen die 1100 km in een bus hebben gezeten om vervolgens twee en een halve dag te fietsen.)
Zaterdagochtend, het ging gebeuren. We zijn allemaal een beetje gespannen. We hebben een heerlijk ontbijt gehad van onze zeer gezellige gastvrouw en heer, Dominique en Luc.
We gaan op weg naar Bedoin. De beklimming gaat beginnen. Onderweg worden we aangemoedigd door onze verzorgers en vrouwen; te weten Lisan, Chantal, Carla, Britt en Sieg. De zon schijnt niet maar de temperatuur was prima om naar boven te gaan. Ik wist dat de eerste 5 kilometer niet de moeilijkste waren en dus besluit ik na 1 km er vandoor te aan. Na 2 km word ik vervolgens bijgehaald door Leon, Peet en Reinier. Daarna wordt het me te veel kilometers met 9 en 10 procent. Zes kilometer ben ik nog bij hun kunnen blijven om vervolgens de eerste drie vaarwel te zeggen. Toen ik alleen fietste zag ik iemand voorbij komen die het allemaal wel lekker vond gaan. Dit was Terry (sterk hoor). Bij kilometer 11 of 12 kwamen Tony en Marco mij voorbij. Toch allemaal jongens die absoluut geen klim kilometers in de benen hebben. Het was gelukkig nog maar tien kilometer met de kale top in het vooruitzicht. Het kale gedeelte, altijd wind en een stuk kouder, vandaag 5 graden boven nul.
Uiteindelijk hebben wij het met zijn allen gehaald (Patrick, Piet, Tony, Marco, Leon, Reinier, Terry, Peet en Neil). We hebben met zijn allen de Kale Berg bedwongen!!
Hier en daar wat foto’s genomen van de top en het monument van Simpson en een lekkere lunch bij Chalet Reynard en toen vlug naar beneden waar de temperatuur aangenamer was.
Ik heb mijn belevenis van de Mont Ventoux geprobeerd op papier te zetten. Ik wil jullie allemaal bedanken voor het geweldige weekend en ik hoop echt dat we dit een keer opnieuw kunnen doen.
Neil.
Mont ventoux II
Hoe zwaar kan het nou zijn om de Mont Ventoux op te fietsen, ik heb toch een tripple. En vorige week ben ik de Cauberg en Keutenberg nog opgereden zonder af te stappen, die pukkel in de Vaucluse van Frankrijk rij ik ook wel even op!!
Op 19 september gaat het dan gebeuren, toch wel redelijk gespannen rij ik naar de voet van de berg. Links en rechts worden nog wat grappen gemaakt en wordt er luid gelachen, allen niet wetend dat het een half uur later een stuk rustiger zou zijn.
De eerste 4,5 km gaan goed, het stijgingspercentage voel ik nog niet in mijn benen. Dan draai ik links af en mijn hartslag versnelt, ik denk poeh dat wordt even een zwaar stuk tot de volgende bocht. Uiteindelijk wordt dit een loodzwaar stuk van 16,5 km. Om me heen verstommen de gesprekken en lachende medefietsters hoor ik al helemaal niet meer. Het gevecht is begonnen, plotseling ben ik alleen. In mijn achterwiel hoor ik nog iemand proesten, die heeft het nu al moeilijk denk ik nog.Ik rij in het bos, het beruchte bos van de Mont Ventoux. Het bos waar je zo enorm aan de klote kan gaan. k neem een slok drinken, want je moet veel drinken is mijn geadviseerd. Na 3 slokjes uit mijn bidon heb ik bijna 45 sec. nodig om mijn ademhaling weer een beetje normaal te krijgen. Helemaal in m’n uppie moet ik dit 10 km lange bos door zien te komen. Het enige wat ik zie is het asfalt tussen voor- en achterwiel en een paar dwazen die met 80 km p/u aan de afdaling bezig zijn.
Wanneer kom ik nou op dat kale stuk, af en toe kijk ik hoopvol naar boven, maar ik zie alleen maar bomen. Ik krijg negatieve gedachten, gek dat ik ben, 2100 km rijden in 4 dagen om ff een bergje op te fietsen. Positief zijn zeg ik tegen mezelf, pep talk, tjakka, kom op, ughhh, fuck een vliegje in m’n strot. Ook dat nog, vlug pak in mijn bidon neem een paar slokken om daarna het gevecht weer aan te gaan met m’n ademhaling.
Na een lange strijd in het bos rijd ik het plateau op, even een stukje vlak en even stukje uitrollen. Heerlijk om even de benen stil te kunnen houden, dan met een wijde linkse bocht het eerste stuk op van het kale gedeelte.
Ik ben er bijna houd ik mezelf voor. Opeens rij ik 12 in het uur, dat is lekker denk, dan is het maar een half uur die laatste 6 km. Dan 3 km voor de top zie ik opeens 7,5 op m’n klokkie staan, dat zal toch niet gebeuren zeg ik tegen mezelf en versnel met een enorme pijn in de bovenbenen naar 7,9 p/u.Die laatste km’s zijn een strijd, echt niet normaal. Nog even lachend of was het met een grimas de fotograaf voorbij, kaartje in de zak en nog even het laatste stukje.Door de bewolking zie ik pas vlak voor de top het torentje. Ik ben er hoor ik mezelf fluisteren met de ademhaling van een walrus.Ik twijfel nog even of ik het laatste bochtje binnen of buiten neem. Besluit toch maar om de buitenbocht te nemen, en ben trots op mezelf dat ik na een strijd van 2 uur nog zo’n wijs besluit kan nemen.
Ik ben er.Ik wil de armen in de lucht gooien van blijdschap, maar besluit om dit niet doen omdat ik bang ben dat ik omver val.Ik glimlach naar een digitale camera, waarvan ik niet eens weet wie deze vasthoud, maak een slalom tussen de auto’s en medefietsers, kijk nog even om me heen en daal daarna 200 meter af om naar het restaurant te gaan.
2 uur en 5 minuten è trots en voldaan. Mijn grootste sportprestatie ooit.
Marco.
Mont ventoux III
“De beklimming van de Franse reus”. We starten de beklimming vanaf het bekende fonteintje op het pleintje in Bedoin. Er is hier een startstreep uit marmer over de weg getrokken om het begin van de klim aan te geven. Vanaf het vertrek tot kilometer 5 loopt de weg lichtjes omhoog met een stijgingspercentage tot ongeveer 5%.
De aanloop gebruik ik dan ook om lekker warm te draaien en de eerste beelden van de route te filmen. Al hoeft dat warmdraaien eigenlijk niet echt want de temperatuur is inmiddels al dik boven de 20 graden. Het zweet drupt dan ook al snel van mijn gezicht. Links en rechts kruipen hier nog de wijngaarden en lavendelvelden aan mij voorbij. Na kilometer 5 begint de eigenlijke klim met het beruchte bos, nog 17 km te gaan. Vanaf hier wordt het hard werken om vooruit te komen. De percentages komen voorlopig niet meer onder de 9,5%. Veel afleiding heb je hier in het bos niet op de klapperende jasjes van de afdalers na. De klim kent nagenoeg geen haarspeldbochten zodat je heel demotiverende rechte steile stukken te verwerken krijgt. Bij kilometer 11 krijg ik even zwaar, niet naar de 29 zeg ik tegen mezelf. De immer sterk stijgende weg en de warmte spelen met toch parten ik schakel naar mijn kleinste verzet. Zal de berg mij toch klein krijgen zoals in de veler reisverslagen te lezen is? Gelukkig zie ik voor mij uit dat ik langzaam inloop op enkele mede-Ventoux-beklimmers.
Als ik hen voorbij fiets zie ik aan hun gezichten dat ik niet de enige ben die het moeilijk heeft. Hieruit put ik weer wat nieuwe energie want gedeelde smart is halve smart zal ik maar zeggen. Als ik bij Chalet Reynard ben gaat het eigenlijk al weer best lekker. Bij dit chalet gaat het bos over in het maanlandschap vol met crèmekleurige stenen. Het steile stuk is hier dan wel voorbij maar nu haalt de berg zijn andere gesel naar boven. De wind zorgt er voor dat de temperatuur enorm zakt waardoor het fietsen zeker niet makkelijker wordt. Als ik de wind tegen heb denk ik met weemoed terug aan het windstille bos en de vliegen. Met de wind mee gaat het gelukkig een stuk makkelijker. Een ander voordeel is wel dat je nu de top geregeld in het vizier krijgt. Op 1,5 kilometer van de top passeer ik het monument van Tom Simpson. Ik kijk naar rechts.
Een raar gevoel bekruipt me toch enigszins. Het is nu 42 jaar geleden dat “De Mus” het leven liet tijdens door Jan Janssen gewonnen etappe van Marseille naar Carpentras. Ik drink snel even wat en proestend en happend naar lucht fiets ik door. Het is nog een klein stukje naar de top. Na 1:55 uur draai ik het bordes bij de top op. Het waait er verschrikkelijk hard en het is bovendien erg koud. Met 6,5 graden zijn het geen omstandigheid om lang te genieten van het uitzicht. Na het drinken van een lekker bakje koffie dalen we met z’n allen af. Nu stoppen we wel bij het monument van Simpson. Na onze stop dalen we met 80km per uur af naar warmere oorden.
Reinier.